In een diagrammen test wordt zowel je verbale intelligentie gemeten als je vermogen om logisch te kunnen redeneren. In deze test wordt van je gevraagd om van een groep van 3 woorden een grafische voorstelling te maken. In deze test is het aan jou om de verhoudingen vast te stellen door het diagram uit de antwoordmogelijkheden te selecteren die deze verhoudingen juist weergeeft.
Hoe los ik een Diagrammen test op?
Wanneer je een Diagrammen vraag gaat oplossen is het aan te raden om eerst naar de gegeven woorden te kijken om te achterhalen of deze woorden enig verband met elkaar hebben. Als je deze verbanden hebt gevonden is het tijd om naar de Diagrammen te kijken.
Deze Diagrammen kunnen verschillende verbanden weergeven.
Twee cirkels in elkaar:
Als twee cirkels in elkaar staan betekend het dat de ene verzameling bij de ander hoort. Bijvoorbeeld “Vork” en “Bestek”, vorken zijn een deelverzameling van bestek.
Twee circels naast elkaar:
Wanneer twee verzamelingen niets met elkaar te maken hebben, zal dat weergegeven worden als twee cirkels naast elkaar. Bijvoorbeeld “Hond” en “Auto”, deze verzamelingen hebben niets met elkaar te maken.
Twee aparte cirkels in een cirkel:
Wanneer twee verzamelingen niets met elkaar te maken hebben, maar wel onderdeel zijn van dezelfde hoofdverzameling, wordt dat weergegeven als twee losse cirkels in een grotere cirkel. Bijvorbeeld, “Koe”, “Hond” en “Dieren”. Een koe en een hond hebben niets met elkaar te maken, maar zijn wel allebei dieren.
Overlappende Cirkels:
Wanneer twee cirkels elkaar overlappen, geeft dit een verband weer waar sommige onderdelen van een verzameling bij een andere verzameling horen. Bijvoorbeeld “Mannen” en “Voetballers”. Niet alle mannen zijn voetballers, en niet alle voetballers zijn mannen, maar sommige wel.
Voorbeeld
Voorbeeld van een Diagrammen vraag. Klik op het plaatje voor een gratis test.
In een Diagrammen test worden drie verzamelingen gegeven. Het is aan jou de taak om de verhoudingen tussen deze verzamelingen te bepalen, en het diagram te kiezen dat het beste past bij deze verzamelingen.
De Diagrammen bestaan uit cirkels die deze deelverzamelingen weergeven. In het bovenstaande voorbeeld is het juiste antwoord B.
Een pinguin is een vogel. Dat zorgt er voor dat we de cirkel van pinguin in de cirkel van vogel kunnen plaatsen. Een vogel en dus ook een pinguin zijn dieren. We kunnen dus zeggen dat het hoofd onderwerp dier is. Dit is dus de grootste cirkel.
We wisten al dat een pinguin een vogel was en dat deze cirkels in elkaar zaten. Als we deze cirkels in het hoofd onderwerp plaatsen krijgen we het volgende diagram:
Letter D : representeert Dier
Letter V : representeert Vogel
Letter P : representeert Pinguin